Om 6.30 uur maakt Hans mij wakker voordat hij gaat werken. Ik douche en ontbijt en om 8.30 uur rijden we aan. Nu begint het avontuur. Na een 20 minuten gereden te hebben staan er enkele personen langs de weg die elk een beest verkopen. Het zijn graskatten zegt Godwin en dit is lekker vlees. Hij wil er een kopen en die aan zijn ouders schenken. Hij stopt, roept de man met het flinke dode beest, handelt en vindt het te duur. We rijden door. Ik vroeg waarom hij het niet gekocht heeft, want hij wil er heel graag een meenemen naar zijn ouders. Zij zijn heel arm en hij zorgt goed voor ze. De man vroeg te veel voor hem (€ 10,00). Ik zei: wat wil je er voor geven. Koop het en ik schenk het aan je ouders. Hij stopte weer na zo'n 500 meter, hij claxonneerde en de man kwam aangerend. Ja zo gaat dat hier. Hij rijdt niet achteruit terug, nee ze moeten maar komen lopen als ze graag iets willen verkopen. Godwin handelt, koopt het dier en laat het aan mij zien, het ziet er verschrikkelijk uit, het is net een hele grote rat! Verschrikkelijk en dat dier heb ik gekocht! En moet nu achter in de kofferbak van de auto het hele stuk mee! Wat heb ik gedaan. We rijden verder, we komen door een grote plaats Ho, richting Togo. Vlak voor de grens gaan we van de "goede" weg af en komen we op een weg met gat na gat. Echt gevaarlijk. We passeren het ene dorpje na het andere. We stoppen bij een vriend van Godwin en daar koop ik een Ghanees sjaaltje met een design wat ‘peace’ betekent, ze zitten het hier langs de weg te maken. Godwin hangt het om bij mij. Leuk. De mensen die het gemaakt hebben vinden het ook mooi, ze hebben een sjaaltje verkocht aan een blanke mevrouw, uit Holland, ze zijn er trots op. Een paar dorpjes verder woont een nichtje van hem. We zien haar langs de weg. Ze verkoopt witte soep die zit in een soort boterhamzakje.
Ze ligt te slapen op een houten bankje. We toeteren haar wakker. Ze is heel erg blij hem te zien. We maken kennis. Ze brengt Godwin een zakje soep en we rijden door. We beloven op de weg terug weer te stoppen en haar wat geld te geven. 10.000 cedis= € 1,00. Hiermee kan ze zo'n 10 broden kopen of ander eten, maar genoeg. Ze heeft twee kinderen vertelt Godwin. Ze staat er helemaal alleen voor haar man is weg, hij sloeg haar. Ze kan niet voor haar kinderen zorgen. Een van de kinderen woont nu bij de ouders van Godwin en wordt daar grootgebracht. Het andere kind (een meisje) is bij een andere tante. Zo gaat dat hier. Zij probeert in leven te blijven door eten en soep te verkopen, maar dat is ook geen big business hier, want iedereen verkoopt eten of spulletjes. Het is voor vele hier elke dag opnieuw aan eten zien te komen om te overleven. Wij rijden verder en verder. Na drie uur rijden (ik denk zo'n 180 tot 200 km.) zijn we er. Want het rijden gaat hier niet zo hard, de wegen zijn er niet naar.
We gaan eerst naar Godwin’s ouders. Zijn moeder is thuis en begroet me heel vriendelijk. Na even geeft Godwin het dier, de grasscutter en zegt dat ik dat aan hun schenk. Ze is me eeuwig dankbaar. God blesses me zei ze. Zingend dansend nam ze het aan. Een foto was nodig. We gaan snel verder, beloven 's middags terug te komen. Nu eerst naar de chief van the district. De burgemeester zeg maar van een groot district.
We worden ontvangen en hij is heel blij met onze gift, de uniformen. Hij wil er eerst wel een paar zien. Het blijkt zeer de moeite waard en gaat met ons mee naar het hospital. Eerst nog wachten op een vriend van Godwin, Felix. Hij is er nog niet. Wij gaan intussen lunchen in een hotel in de buurt.
We vragen of ze het eten in een half uurtje klaar kunnen hebben vanwege tijdgebrek. Dat lukt. Maar nee hoor, het lukt niet. Godwin is boos op hen ze beloven iets en komen het niet na.
In het weekend komt hij met zijn vrouw en kind hier op bezoek en wil graag een kamer met airco boeken, maar moet er nog eens over nadenken als ze nu al niet doen wat ze zeggen…
Na de lunch terug naar de chief. Felix is er inmiddels ook. Een hele leuke man. Ziet er heel goed uit, ik begin nu het verschil tussen de zwarte mensen te zien, er zijn er die er goed uit zien en er zijn hele knappe, dit is er zo een.
We rijden met twee jeeps weg. In 1 jeep zitten een chauffeur, Felix en mijn uniformen. Deze rijdt vóór met knipperende knipperlichten en daarachter in een andere jeep zitten de chauffeur, de chief, Godwin en ik zei de gek. Echt, ik voelde mij een filmster. Kan je inkomen? We kwamen al snel over een "weg" die geen weg mag heten, aan bij het hospitaaltje. We werden ontvangen door de hoofdzuster die hier bijna dokter is. Op haar kantoor eerst een ontvangst, geen deur in het kantoor maar een gordijn dient hiervoor. Ze vertelt mij hoe ze werken vanuit hier, de kleinere klinieken in de dorpen en de bezoeken aan huis. We hadden geen echte afspraak gemaakt. Ze kon nu niet met ons mee om die te bezoeken. Ze moest uitzoeken op de lijst welke nu 's middags open was en het mocht niet te ver weg zijn. Ik zei dat het voldoende was als ik hier rond mocht kijken. Nou daar gingen we.
We komen langs wat kantoortjes "hokjes". Dan zaten er buiten mensen in de wachtkamer die naar de dokter moesten. Sommigen zaten in de blakende zon (34 graden) ziek te zijn. Een lange rij zat of lag er op een houten bankje zonder kussentje.
In de doktersruimte stond eigenlijk ook niets. Ik kan nu al niets meer opnoemen dan een tafel, 2 stoelen (1 voor de dokter en 1 voor de patiënt). Het laboratorium idem dito. Het was er warm. 1 hele oude microscoop die het niet goed deed. Het eerste wat de laborant zou willen was een betere microscoop en een koelkast om de bloed monsters in te bewaren.
Dan kwamen we in een gang met aan 2 kanten kleine ruimtes, psycholoog, geboorte beperking. De chief vroeg aan mij of wij in Holland hier ook aan deden. Ik zei ja en ook veel om aids te voorkomen. Dit zijn ze hier wel aan het doen. Op verschillende plaatsen hangen affiches en billboards met preventie tot aids. Een hele goede zaak!
Een heel klein consultatiebureautje, een verloskundige had zitting.
Eigenlijk de hele zorgboog voorzieningen op een klein plekje.
Dan een groter kamertje met 4 verschrikkelijk oude bedden. Ze gebruikten ze niet.
De kraamafdeling: 3 bedden en hele schamele kinderbedjes erbij. Heel veel kindjes gaan dood zei de zuster. Er was nu niemand. De verloskamer was er naast. Die heb ik niet gezien. Ziet er waarschijnlijk niet goed uit om te laten zien aan mij, heel heel erg primitief hoor ik later.
De ziekenzaal, een kamertje, donkere vloer, cementen muren, 2 bedden, 1 tafel en stoel voor de familie. Een patiënte, een mevrouw van 75 jaar lag er. Vanochtend aangekomen. Ze was erg duizelig en draaierig. Waarschijnlijk malaria, maar dat zeggen ze bij bijna alles. Ze kunnen niet goed onderzoeken wat ze anders zouden kunnen hebben. Ze worden dan behandeld met medicijnen tegen malaria. Misschien wordt ze beter, misschien ook niet dacht ik. Ze zag er erg mager uit. Ik streelde haar over haar arm. Ze reageerde hierop: ze glimlachte een beetje. Dan hebben we de hele kliniek gehad. We gaan naar buiten en hier zijn onze uniformen al gebracht. Er wordt een tafel die binnen stond, buiten gezet. Nu worden de uniformen officieel overhandigd. De zuster zegt het heel fijn te vinden dat juist zij geholpen worden. De juiste plaats. Maar zo is het natuurlijk overal.
Bij het in ontvangst nemen van de uniformen gebeurt er iets geweldigs, ze zijn er zo ontzettend blij mee, ze beginnen spontaan te zingen en te dansen, ik ben er van onderste boven om te zien hoe blij ze zijn met onze uniformen die wij hier niet meer dragen. Het zijn niet eens nieuwe, moet je nagaan.
De zuster bedankt mij heel hartelijk en dan is het zover. Mijn emoties. Ik kan ze niet de baas. Ik moet even huilen en omarm de zuster. Dit vinden ze een heel mooi gebaar schijnbaar een blanke vrouw die overmand door emoties troost zoekt. Het is even een feestje. We nemen afscheid en willen in de auto stappen. Dan herinnert Godwin mij eraan dat ik nog foto's moet maken. Dat was ik vergeten. Iedereen terug. Daar zag ik een broeder lopen met de doos uniformen op z'n hoofd zoals ze hier alles dragen. Een heel mooi gezicht. We maken foto's en vertrekken weer naar de chief’s office. Hij vraagt ons of we willen eten of iets, maar we bedanken en gaan snel verder. Hij zegt blij te zijn met deze gift en hoopt op meer, ooit. Ik zeg mijn best te doen. Ik had namelijk gevraagd aan o.a. de laborant om op te schrijven wat ze heel hard nodig hebben en kreeg twee briefjes met enkele dingen. Ik probeer thuis wat ik kan.
We gaan. Felix rijdt een stukje mee. We gaan naar zijn huis. Hij laat ons een baby’tje van 6 maanden zien. Een leuk jongetje. Hij heeft wat huiduitslag. Misschien van het binnen zijn. Buiten is beter; er waait nog een windje. Dat is fijn in deze hitte.
Er loopt ook een heel oud mevrouwtje rond. Ze is half gekleed. Ze heeft zichzelf waarschijnlijk uitgekleed van boven, misschien omdat ze het warm heeft, misschien omdat ze het niet meer zo goed weet, wie zal het zeggen. Ze loopt/schuifelt heel zachtjes met een stok hout in haar hand en loopt een huisje binnen. Het is hier een klein binnenplaatsje met een stuk of 8 huisjes vlak bij elkaar, een hele familie woont hier en zorgt voor elkaar, 2 bomen in het midden waar de was tussen hangt aan een touw. We zien nog een vriend en iedereen wil mij graag een hand geven omdat ik blank en dus rijk ben volgens hen hoor ik.. We rijden terug, zetten Felix af bij de chief en gaan nog snel even naar de ouders van Godwin. Hij hoopt zijn vader te zien. Dat kan, want hij is nu ook thuis. Weer een hartelijk ontvangst. Wat is hij blij. Hij hoorde al van ons dat wij naar de kliniek van zijn dorp waren geweest. Hij bedankte en bedankte. Ook het dier, de grascutter, vond hij een heel mooi cadeau. Ze hadden het al schoongemaakt en het lag nu buiten op een rooster. Het werd gerookt. Zo kunnen ze het een paar dagen bewaren. Ze vroegen of ik het wilde zien en dat wilde ik wel. Er lagen enkele flinke stukken vlees op en ze eten er morgen, dinsdag een stuk van. Ze kunnen er een paar dagen van eten en dat is heel wat hier, dat weet ik inmiddels. Ik mocht er ook een stuk van proeven maar ik bedankte hen vriendelijk.
Ze vroegen of ik hun huis wilde zien en leidden me rond. Het is voor hier een mooi huis. Godwin is getrouwd met Anne uit Helmond en hebben dus een goed salaris. Godwin betaalt een heel stuk in de bouw van het huis want zo gaat dat hier. Ze zorgen allemaal voor elkaar.
Het huis is van steen met golfplaten op het dak.
De woonkamer is groot. Er staan 3 fauteuils in en 1 bank, maar er liggen geen kussens in. Ze slapen op 1 meisje na in een bed. Het meisje heeft een tuinkussen op de grond daar slaapt ze op.
Geen kasten op de kamers, de kleren liggen allemaal op elkaar op de grond, een rommelberg op hun kamer, met eroverheen een deken.
Een waterput hebben ze naast het huis: de "douche" en toilet liggen 20 meter verderop. Douchen is een emmer water over zich heen gooien. Ze zijn bezig een douche en toilet te bouwen. De keuken is buiten.
We nemen afscheid en rijden richting huis! (moet je mij horen!)
Het is dezelfde lange weg terug.
Het nichtje van Godwin zien we niet op de terugweg. We kunnen haar dus niets geven. Jammer. Het laatste stuk rijden we in het donker. Heel goed opletten dus. Het is erg gevaarlijk.
Om 20.00 uur 's avonds komen we moe, bezweet, maar heel voldaan thuis aan. We hebben een hoop te vertellen. We bekijken de video-opname. Leuk.