De aanleiding (2004)
   
  De aanleiding van de oprichting van de stichting Adinkra is een bezoek dat
Toinet van Schijndel in 2004 bracht aan Ghana.
Zij zocht haar man
Hans op die voor een aantal weken aan het werk was bij Juapong Textiles Limited, een spinnerij-weverij in Ghana.
Voor het bezoek nam Toinet een doos met gebruikte uniformen van verpleegkundigen mee
uit Nederland, om aan een kliniek in Ghana af te geven.
In Juapong ontmoette Toinet een collega, Godwin, die haar meeneemt naar zijn dorp,
om de kliniek aldaar te bezoeken.
Hieronder staat het dagboek verslag van Toinet met alle indrukken die zij tijdens dit bezoek opdeed.

(Vindt u de letters te klein?
Druk de crtl-toets in en scroll met de muis tot de gewenste grootte!)

 
Maandag 1 maart 2004 - bezoek aan de kliniek
 


Om 6.30 uur maakt Hans mij wakker voordat hij gaat werken. Ik douche en ontbijt en om 8.30 uur rijden we aan. Nu begint het avontuur. Na een 20 minuten gereden te hebben staan er enkele personen langs de weg die elk een beest verkopen. Het zijn graskatten zegt Godwin en dit is lekker vlees. Hij wil er een kopen en die aan zijn ouders schenken. Hij stopt, roept de man met het flinke dode beest, handelt en vindt het te duur. We rijden door. Ik vroeg waarom hij het niet gekocht heeft, want hij wil er heel graag een meenemen naar zijn ouders. Zij zijn heel arm en hij zorgt goed voor ze. De man vroeg te veel voor hem (€ 10,00). Ik zei: wat wil je er voor geven. Koop het en ik schenk het aan je ouders. Hij stopte weer na zo'n 500 meter, hij claxonneerde en de man kwam aangerend. Ja zo gaat dat hier. Hij rijdt niet achteruit terug, nee ze moeten maar komen lopen als ze graag iets willen verkopen. Godwin handelt, koopt het dier en laat het aan mij zien, het ziet er verschrikkelijk uit, het is net een hele grote rat! Verschrikkelijk en dat dier heb ik gekocht! En moet nu achter in de kofferbak van de auto het hele stuk mee! Wat heb ik gedaan. We rijden verder, we komen door een grote plaats Ho, richting Togo. Vlak voor de grens gaan we van de "goede" weg af en komen we op een weg met gat na gat. Echt gevaarlijk. We passeren het ene dorpje na het andere. We stoppen bij een vriend van Godwin en daar koop ik een Ghanees sjaaltje met een design wat ‘peace’ betekent, ze zitten het hier langs de weg te maken. Godwin hangt het om bij mij. Leuk. De mensen die het gemaakt hebben vinden het ook mooi, ze hebben een sjaaltje verkocht aan een blanke mevrouw, uit Holland, ze zijn er trots op. Een paar dorpjes verder woont een nichtje van hem. We zien haar langs de weg. Ze verkoopt witte soep die zit in een soort boterhamzakje.

Ze ligt te slapen op een houten bankje. We toeteren haar wakker. Ze is heel erg blij hem te zien. We maken kennis. Ze brengt Godwin een zakje soep en we rijden door. We beloven op de weg terug weer te stoppen en haar wat geld te geven. 10.000 cedis= € 1,00. Hiermee kan ze zo'n 10 broden kopen of ander eten, maar genoeg. Ze heeft twee kinderen vertelt Godwin. Ze staat er helemaal alleen voor haar man is weg, hij sloeg haar. Ze kan niet voor haar kinderen zorgen. Een van de kinderen woont nu bij de ouders van Godwin en wordt daar grootgebracht. Het andere kind (een meisje) is bij een andere tante. Zo gaat dat hier. Zij probeert in leven te blijven door eten en soep te verkopen, maar dat is ook geen big business hier, want iedereen verkoopt eten of spulletjes. Het is voor vele hier elke dag opnieuw aan eten zien te komen om te overleven. Wij rijden verder en verder. Na drie uur rijden (ik denk zo'n 180 tot 200 km.) zijn we er. Want het rijden gaat hier niet zo hard, de wegen zijn er niet naar.

We gaan eerst naar Godwin’s ouders. Zijn moeder is thuis en begroet me heel vriendelijk. Na even geeft Godwin het dier, de grasscutter en zegt dat ik dat aan hun schenk. Ze is me eeuwig dankbaar. God blesses me zei ze. Zingend dansend nam ze het aan. Een foto was nodig. We gaan snel verder, beloven 's middags terug te komen. Nu eerst naar de chief van the district. De burgemeester zeg maar van een groot district.

We worden ontvangen en hij is heel blij met onze gift, de uniformen. Hij wil er eerst wel een paar zien. Het blijkt zeer de moeite waard en gaat met ons mee naar het hospital. Eerst nog wachten op een vriend van Godwin, Felix. Hij is er nog niet. Wij gaan intussen lunchen in een hotel in de buurt.

We vragen of ze het eten in een half uurtje klaar kunnen hebben vanwege tijdgebrek. Dat lukt. Maar nee hoor, het lukt niet. Godwin is boos op hen ze beloven iets en komen het niet na.

In het weekend komt hij met zijn vrouw en kind hier op bezoek en wil graag een kamer met airco boeken, maar moet er nog eens over nadenken als ze nu al niet doen wat ze zeggen…

Na de lunch terug naar de chief. Felix is er inmiddels ook. Een hele leuke man. Ziet er heel goed uit, ik begin nu het verschil tussen de zwarte mensen te zien, er zijn er die er goed uit zien en er zijn hele knappe, dit is er zo een.

We rijden met twee jeeps weg. In 1 jeep zitten een chauffeur, Felix en mijn uniformen. Deze rijdt vóór met knipperende knipperlichten en daarachter in een andere jeep zitten de chauffeur, de chief, Godwin en ik zei de gek. Echt, ik voelde mij een filmster. Kan je inkomen? We kwamen al snel over een "weg" die geen weg mag heten, aan bij het hospitaaltje. We werden ontvangen door de hoofdzuster die hier bijna dokter is. Op haar kantoor eerst een ontvangst, geen deur in het kantoor maar een gordijn dient hiervoor. Ze vertelt mij hoe ze werken vanuit hier, de kleinere klinieken in de dorpen en de bezoeken aan huis. We hadden geen echte afspraak gemaakt. Ze kon nu niet met ons mee om die te bezoeken. Ze moest uitzoeken op de lijst welke nu 's middags open was en het mocht niet te ver weg zijn. Ik zei dat het voldoende was als ik hier rond mocht kijken. Nou daar gingen we.

We komen langs wat kantoortjes "hokjes". Dan zaten er buiten mensen in de wachtkamer die naar de dokter moesten. Sommigen zaten in de blakende zon (34 graden) ziek te zijn. Een lange rij zat of lag er op een houten bankje zonder kussentje.

In de doktersruimte stond eigenlijk ook niets. Ik kan nu al niets meer opnoemen dan een tafel, 2 stoelen (1 voor de dokter en 1 voor de patiënt). Het laboratorium idem dito. Het was er warm. 1 hele oude microscoop die het niet goed deed. Het eerste wat de laborant zou willen was een betere microscoop en een koelkast om de bloed monsters in te bewaren.

Dan kwamen we in een gang met aan 2 kanten kleine ruimtes, psycholoog, geboorte beperking. De chief vroeg aan mij of wij in Holland hier ook aan deden. Ik zei ja en ook veel om aids te voorkomen. Dit zijn ze hier wel aan het doen. Op verschillende plaatsen hangen affiches en billboards met preventie tot aids. Een hele goede zaak!

Een heel klein consultatiebureautje, een verloskundige had zitting.

Eigenlijk de hele zorgboog voorzieningen op een klein plekje.

Dan een groter kamertje met 4 verschrikkelijk oude bedden. Ze gebruikten ze niet.

De kraamafdeling: 3 bedden en hele schamele kinderbedjes erbij. Heel veel kindjes gaan dood zei de zuster. Er was nu niemand. De verloskamer was er naast. Die heb ik niet gezien. Ziet er waarschijnlijk niet goed uit om te laten zien aan mij, heel heel erg primitief hoor ik later.

De ziekenzaal, een kamertje, donkere vloer, cementen muren, 2 bedden, 1 tafel en stoel voor de familie. Een patiënte, een mevrouw van 75 jaar lag er. Vanochtend aangekomen. Ze was erg duizelig en draaierig. Waarschijnlijk malaria, maar dat zeggen ze bij bijna alles. Ze kunnen niet goed onderzoeken wat ze anders zouden kunnen hebben. Ze worden dan behandeld met medicijnen tegen malaria. Misschien wordt ze beter, misschien ook niet dacht ik. Ze zag er erg mager uit. Ik streelde haar over haar arm. Ze reageerde hierop: ze glimlachte een beetje. Dan hebben we de hele kliniek gehad. We gaan naar buiten en hier zijn onze uniformen al gebracht. Er wordt een tafel die binnen stond, buiten gezet. Nu worden de uniformen officieel overhandigd. De zuster zegt het heel fijn te vinden dat juist zij geholpen worden. De juiste plaats. Maar zo is het natuurlijk overal.

Bij het in ontvangst nemen van de uniformen gebeurt er iets geweldigs, ze zijn er zo ontzettend blij mee, ze beginnen spontaan te zingen en te dansen, ik ben er van onderste boven om te zien hoe blij ze zijn met onze uniformen die wij hier niet meer dragen. Het zijn niet eens nieuwe, moet je nagaan.

De zuster bedankt mij heel hartelijk en dan is het zover. Mijn emoties. Ik kan ze niet de baas. Ik moet even huilen en omarm de zuster. Dit vinden ze een heel mooi gebaar schijnbaar een blanke vrouw die overmand door emoties troost zoekt. Het is even een feestje. We nemen afscheid en willen in de auto stappen. Dan herinnert Godwin mij eraan dat ik nog foto's moet maken. Dat was ik vergeten. Iedereen terug. Daar zag ik een broeder lopen met de doos uniformen op z'n hoofd zoals ze hier alles dragen. Een heel mooi gezicht. We maken foto's en vertrekken weer naar de chief’s office. Hij vraagt ons of we willen eten of iets, maar we bedanken en gaan snel verder. Hij zegt blij te zijn met deze gift en hoopt op meer, ooit. Ik zeg mijn best te doen. Ik had namelijk gevraagd aan o.a. de laborant om op te schrijven wat ze heel hard nodig hebben en kreeg twee briefjes met enkele dingen. Ik probeer thuis wat ik kan.

We gaan. Felix rijdt een stukje mee. We gaan naar zijn huis. Hij laat ons een baby’tje van 6 maanden zien. Een leuk jongetje. Hij heeft wat huiduitslag. Misschien van het binnen zijn. Buiten is beter; er waait nog een windje. Dat is fijn in deze hitte.

Er loopt ook een heel oud mevrouwtje rond. Ze is half gekleed. Ze heeft zichzelf waarschijnlijk uitgekleed van boven, misschien omdat ze het warm heeft, misschien omdat ze het niet meer zo goed weet, wie zal het zeggen. Ze loopt/schuifelt heel zachtjes met een stok hout in haar hand en loopt een huisje binnen. Het is hier een klein binnenplaatsje met een stuk of  8 huisjes vlak bij elkaar, een hele familie woont hier en zorgt voor elkaar, 2 bomen in het midden waar de was tussen hangt aan een touw. We zien nog een vriend en iedereen wil mij graag een hand geven omdat ik blank en dus rijk ben volgens hen  hoor ik.. We rijden terug, zetten Felix af bij de chief en gaan nog snel even naar de ouders van Godwin. Hij hoopt zijn vader te zien. Dat kan, want hij is nu ook thuis. Weer een hartelijk ontvangst. Wat is hij blij. Hij hoorde al van ons dat wij naar de kliniek van zijn dorp waren geweest. Hij bedankte en bedankte. Ook het dier, de grascutter, vond hij een heel mooi cadeau. Ze hadden het al schoongemaakt en het lag nu buiten op een rooster. Het werd gerookt. Zo kunnen ze het een paar dagen bewaren. Ze vroegen of ik het wilde zien en dat wilde ik wel. Er lagen enkele flinke stukken vlees op en ze eten er morgen, dinsdag een stuk van. Ze kunnen er een paar dagen van eten en dat is heel wat hier, dat weet ik inmiddels. Ik mocht er ook een stuk van proeven maar ik bedankte hen vriendelijk.

Ze vroegen of ik hun huis wilde zien en leidden me rond. Het is voor hier een mooi huis. Godwin is getrouwd met Anne uit Helmond en hebben dus een goed salaris. Godwin betaalt een heel stuk in de bouw van het huis want zo gaat dat hier. Ze zorgen allemaal voor elkaar.

Het huis is van steen met golfplaten op het dak.
De woonkamer is groot. Er staan 3 fauteuils in en 1 bank, maar er liggen geen kussens in. Ze slapen op 1 meisje na in een bed. Het meisje heeft een tuinkussen op de grond daar slaapt ze op.
Geen kasten op de kamers, de kleren liggen allemaal op elkaar op de grond, een rommelberg op hun kamer, met eroverheen een deken.
Een waterput hebben ze naast het huis: de "douche" en toilet liggen 20 meter verderop. Douchen is een emmer water over zich heen gooien. Ze zijn bezig een douche en toilet te bouwen. De keuken is buiten.
We nemen afscheid en rijden richting huis!  (moet je mij horen!)
Het is dezelfde lange weg terug.

Het nichtje van Godwin zien we niet op de terugweg. We kunnen haar dus niets geven. Jammer. Het laatste stuk rijden we in het donker. Heel goed opletten dus. Het is erg gevaarlijk.
Om 20.00 uur 's avonds komen we moe, bezweet, maar heel voldaan thuis aan. We hebben een hoop te vertellen. We bekijken de video-opname. Leuk.
 

Dinsdag 2 maart 2004 - keuken in het guesthouse
 
Vandaag houd ik me rustig. Ik heb een hele voormiddag te schrijven over wat ik meegemaakt heb. In de loop van de voormiddag stopt een jeep en de chauffeur laadt 4 kippen uit. Ze zitten met hun poten vastgebonden. Ze worden levend IN! onze keuken op de grond gelegd. Grace, onze kokkin, gaat ze slachten. Ze plukt de nek kaal en snijdt hem met een bot! mes door dit doet ze buiten. De kippen worden helemaal geplukt. Binnen worden ze verder schoongemaakt. De poten met tenen, kop en verdere organen die wij niet eten die eten de mensen hier wel. Ze vraagt of ik ook een stukje wil proberen als ze het klaar heeft gemaakt. Ik bedank vriendelijk.
Ook heeft Grace een kokosnoot voor mij gekocht. Ik wil er graag een eten en drinken hier. Ze zijn vers van de boom . Ik kijk bij het schoonmaken en bereiden en drink de melk (heerlijk) uit de kokosnoot. De rest eet ik op. Lekker zeg. Zo kennen wij ze niet in Nederland, zo vers van de boom.
's Middags wil ik gaan zwemmen en Jonas, de chauffeur, zal me naar het Continental hotel brengen, maar tegen de tijd dat het zover is, is de zon weg. Er is bewolking en ik besluit niet te gaan.
Om 17.00 uur gaan we naar een terrasje, om 19.30 uur eten we gado gado een indisch recept (is door Lodewijk klaargemaakt d.w.z. hij zegt hoe de kokkin het moet maken). Het is heerlijk.
Na het eten hebben we nog een gezellige avond met z'n drieën, met een lekker glaasje witte wijn. Ik ook en ik drink bijna nooit wijn dus uitkijken geblazen.
 
Woensdag 3 maart 2004 - de markt van Juapong en de kantine van JTL
 


8.00 uur opstaan. 9.00 uur ontbijten met Hans. Om 10.30 uur ga ik samen met Grace naar de markt hier in het dorp. We lopen er naartoe. Het is net buiten het fabrieksterrein. We lopen door het dorp, over wat hier heet een weg, kris kras tussen de huizen door. Het eerste wat ik zie wat ze op de markt verkopen is houtskool. Een grote groep vrouwen en kinderen staan bij grote zakken die gevuld zijn met houtskool. Sommigen staan ze nog te vullen. Het ziet er erg vies uit. Ook de vrouwen en hun kleren, alles is vies hun haren hun blik in de ogen het ziet er heel vreemd uit, het voelt niet lekker bij mij het beangstigd me een beetje, later praat ik even met ze en dan word het wat beter, het zijn erg hardwerkende arme vrouwen.
Verderop de markt verkopen ze groenten, fruit, vlees – vers – vol met vliegen. Er liggen koeie-poten. Die eten ze. Ze liggen er met de hoeven nog aan. Het ziet er echt niet uit.
Verse vis is er ook genoeg, vol met vliegen. Armbandjes en haarspulletjes, 2e hands schoenen en kleding, van alles. De kraampjes staan er vlak op elkaar en het krioelt er van de mensen. Het zijn meestal vrouwen. Zij drijven hier de handel. De mannen werken, als ze werk hebben. De meeste die hier wonen hebben wel werk want de markt is voor de fabriek van JTL (Vlisco). Omdat de fabriek hier staat en er werk is voor veel mensen, zo’n 1200, zijn de mensen hier komen wonen. Ze trekken daar naartoe, daar waar werk is.
De mensen zijn erg vriendelijk naar mij, ze willen allemaal ooit eens naar Nederland komen, want daar is het goed. Ik maak enkele foto's. Als ze dat zien willen ze allemaal wel op de foto. Sommigen heb ik op de foto. We kopen avocado's. Die heb ik nog nooit gehad en wil ze proberen. Het is moeilijk ze te vinden want het is niet het goede seizoen nu. In de regentijd, die elk moment kan beginnen, groeien ze weer volop. De regentijd duurt 3 maanden. Het regent dan 1 a 2x per dag, soms 2x per week, een flinke bui, zoals wij die niet kennen, een half uur tot een uur lang en wel zo hard! Alles kan dan weer volop gaan groeien. De mensen hier wachten erop (ik niet). We vinden avocado's en Grace zoekt 3 goede uit en we kopen ze.
Grace laat me nog een stukje dorp zien en dan gaan we weer terug naar huis.
Ik kom langs de kantine en de keuken van het fabriek. In de keuken zijn ze aan het koken.

     
  De keuken is buiten in een open hok. Ze koken op 1 pits gasbranders. Er staat een grote ketel op. Ze bakken bijna alles in olie. Aan 1 kant in de keuken zit een vrouw vis schoon te maken. Honderden vliegen kijken en eten alvast mee! Echt onvoorstelbaar, zoveel vliegen er op de vis zitten die straks gegeten word. Het is zeevis vandaag wat ze eten. De schoongemaakte vis brengt ze naar de overkant en daar gaat hij met een hele grote schuimspaan in de olie. Als de vis klaar is wordt hij uit de olie gehaald, met dezelfde schuimspaan. Ik vertel dat bij ons dan een andere schuimspaan gebruikt moet worden, vanwege de salmonella, hier zijn ze al blij dat ze 1 schuimspaan hebben. Of ik er niet voor kan zorgen dat ze meer spullen krijgen vragen ze! Een paar ketels verder bakt een jongen planteen. Het lijkt op een banaan, zo ziet het er uit. Het wordt ook in olie gebakken en voor de mensen die ze gebakken niet lusten worden er gekookt.
De jongen vraagt of ik er 1 wil proeven en dat wil ik wel. Hij haalt snel een bordje en een mes voor mij en snijdt er 1 voor mij. Het smaakt lekker, zoet, waarnaar precies weet ik niet, kan ik niet zeggen. Dan kijk ik even bij de opschepkeuken, de lopende band bij ons. Er staan 2 meisjes die opscheppen. De mannen die hier werken en komen eten lopen aan de andere kant van de muur langs en schuiven hun bordje of pannetje door een klein luikje. Er wordt wat vis, planteen, een soort soep met groente een saus en een ongeschild ei in het bord gedaan. Bij een ander luikje geven ze een kaart af, die een persoon aftekent, als bewijs dat ze een maaltijd gehad hebben, hier krijgen ze ook hun bordje terug.Dit hele opschep gebeuren ziet eruit als vroeger in een gevangenis. De jongens eten hun eten op in een grote open ruimte, met houten tafels en banken erin. Het is goed om eens te zien hoe het hier gaat wat zijn wij toch verwend en nog altijd maar klagen.
 


Afval wordt hier verbrand in een grote oven op het terrein. Vlees, visafval wordt weggegooid. Er zitten elke dag veel gieren te loeren op deze voor hen lekkernij. Ik zie ze ook. Ze zijn best dichtbij te benaderen, zodat ik ze goed kan bekijken en fotograferen.
Na het eten valt de stroom plotseling uit! Dit schijnt hier vaak te gebeuren. Niemand verschiet ervan. Het is hier dood normaal, ze stoppen met hun werk want de machines doen het niet meer en gaan naar buiten, de meeste gaan even een dutje doen, dat is hier zo even niets te doen dan gaan ze liggen en slapen al snel. Het kan een dag duren of misschien is het zo opgelost. Dit betekent voor ons: geen airco. En binnen een half uur is het bloedheet in ons huis. Nu voelen wij ook even hoe het hier leven is zonder airco. Echt heet. Het zweet staat meteen op je armen en hele lijf het is net of er allemaal gaatjes in je lichaam zitten waar vocht(zweet) uit komt.
Anne komt op bezoek, met het zusje van haar man, Christie. Ze is verpleegster, dat wil zeggen: ze heeft de eerste 3 jaar studie nu af. Ze moet nog verder studeren. Ze mag nu nog niet echt veel, vooral adviezen geven. Ze kreeg van mij een verpleegsters jasje en komt mij ervoor bedanken. Ik beloof dat Hans de volgende keer een broek voor haar mee zal brengen. Ze is dolgelukkig, echt waar. Ook vanmiddag is het bewolkt geworden, maar ik besluit toch te gaan zwemmen. Later blijkt dat deze bewolking de Harmatan is. Ik vraag op kantoor of ze een chauffeur willen sturen, en die is er binnen 2 minuten. Jonas brengt me weg, naar het Continental hotel. Het is er niet druk. In het weekend wel zegt het meisje dat serveert. Ook met haar raak ik aan de praat.
Ze heet Helena en gaat in oktober de opleiding doen om verpleegster te worden. Ze werkt nu hier om geld te verdienen om de opleiding te kunnen betalen.
Ze is 1 van de 20 die geluk hebben mee te mogen doen van de ongeveer 200 sollicitanten.
We praten fijn tegen elkaar en dat allemaal in het Engels, en mijn Engels is niet zo goed, maar wel verstaanbaar.
Ik waan me hier in een paradijs tussen de palmbomen en andere mooie exotische planten aan een mooi zwembad, met uitzicht over het Volta meer.
Hans en Lodewijk komen mij, zoals afgesproken, om 17.00 uur ophalen en we gaan naar een terrasje, ook ergens aan het meer. We kijken hier uit op een eiland. Daar schijnen krokodillen te leven en ook apen. De Ghanese mensen vangen de apen en eten ze op. Er zijn er niet veel want zo gauw iemand denkt een aap te hebben gezien gaan ze er met man en macht op af om hem te vangen en te verkopen en of op te eten.
Om 19.00 uur rijden we naar huis. We eten witte vis, friet, biefreepjes, shredded beef, met groenten, gesneden komkommer en tomaten. Als toetje avocado, maar die vinden we niemand lekker. We krijgen hiervoor in de plaats verse ananas, heerlijk. Ik kijk hoe Miriam, onze kokkin van ’s middags, hem schoonmaakt.
Om 21.00 uur komt Kritt Melchers, een collega van Hans aan. Hij had een goede reis gehad vanuit Holland. Hij is projectleider en komt kijken hoe het gemaakt is hier. We praten gezellig nog wat en gaan om 23.00 uur naar bed.
 

Donderdag 4 maart 2004
 
Om 8.00 uur opgestaan. Om 8.30 uur naar Hans gewandeld.
Vanmorgen viel de stroom al 2 x uit.
Om 9.00 uur ontbijten we samen en daarna schrijf ik weer een stuk tot 11.45 uur.
Ik bezoek de keuken hier op het terrein en eet wat van het eten wat ze klaarmaken. Yam, een heel hete saus met veel peper en andere hete kruiden en groenten en stew, dit ziet eruit als een witte blok. Hij smaakt en voelt naar aardappels. Het smaakt best goed. Alleen de yam is te heet, te pittig voor mij zien ze aan mijn gezicht. Ze moeten er hard om lachen.
Ik beloof morgen terug te komen en foto's te maken; het rolletje is vol.
We eten lekkere spaghetti met garnalen en 's middags ga ik zwemmen in het Continental Hotel. De zon schijnt nu wel. Hans, Lodewijk en Kritt halen me er op en we gaan een restaurant verder een terrasje aan het Volta meer pikken. Heel gezellig en een mooi uitzicht. Ik pluk een bloem, een jasmijn. Ruikt heerlijk. Om 19.00 uur worden we opgehaald door Jonas en gaan we haar huis. We eten biefstukjes, friet, salade van tomaat en komkommer, worteltjes en boontjes, lekker en als toetje verse ananas. We hebben nog een gezellige avond. Ik had Lodewijk verteld over mijn TT (Therapeutic Touch) cursus, en hem gezegd als hij wil, dat ik hem dan een keer een behandeling zal geven. Nou, dat wil hij wel. Ik doe mijn uiterste best, maar Lodewijk probeert mij op allerlei manieren te beïnvloeden, mij uit mijn centering te halen. Of de TT-behandeling profijt heeft gehad weet ik niet, maar hij is in ieder geval flink aangeraakt. En als je daar van houdt is de behandeling ook goed (denk ik).
Om 23.00 uur gaan we naar bed.
 
Vrijdag 5 maart 2004 - school in Juapong
 
Om 7.30 uur opgestaan. Om 8.30 uur met Kritt aangelopen, we gaan een school bezoeken, hier vlak naast het fabrieksterrein. De kinderen zijn elke morgen druk bezig met marcheren. Morgen, zaterdag 6 maart, is het feest. Ze vieren 29 jaar onafhankelijkheid; independance day. Alle scholen, alle kinderen gaan naar de parade, die in elk dorp wordt gehouden. Ook hier in Juapong op het dorpsplein. De kinderen lopen mooi in rijen en in de maat, op het ritme van enkele trommels. Ze oefenen van 8.30 uur tot 9.00 uur.
 
  Ze maken soms een showtje. Het ziet er heel erg mooi uit.
Ze vinden het heel leuk dat wij komen kijken en doen nog veel meer hun best.
We maken foto's en filmen. Ze zijn trots dat ze erop komen.

Een stukje verder is een schoolgebouw wat gebouwd is door een Belgisch echtpaar, de familie Roovers. Ook het meubilair is door hen geschonken met geld en goederen die ze in Nederland op hebben gehaald. Het ziet er allemaal goed en mooi uit. We fotograferen wat om aan hen te laten zien dat ze nog steeds heel erg blij zijn met hun gift, dat alles er nog keurig uitziet. Ik vertel in zo'n klas wat we komen doen en ze luisteren heel goed naar mijn gebroken Engels. Ze gaan staan voor ons en als ik zeg dat ze kunnen gaan zitten doen ze dat meteen (heb ik van Lodewijk geleerd). We kijken ook naar enkele klassen die buiten, onder een schamel dak, les krijgen. Het is erg heet om hier les te krijgen. Met een gebouw voor twee klassen zijn ze geholpen. Misschien iets voor ons, om daar te laten bouwen??
 
     
  We bekijken een toiletgebouw. 3 deuren. Ze zijn alle 3 op slot met een hangslot. Ze worden alleen gebruikt als kinderen diarree hebben zegt het schoolhoofd. De deur gaat open. We zien een heel dikke spin en een gat in de grond. That's all. Triest. Er staat niet eens een wc pot in.
We gaan richting huis.!?! We komen enkele kinderen tegen met een bos hout op hun hoofd. Dat brengen ze naar school, voor op te koken. Ik vraag of het moeilijk en zwaar is. Ze zeggen van niet. Ze zijn het gewend. Ik mag het ook proberen. Nou ik zal je vertellen: dat was een zware bos hout en dan te bedenken dat ze daar soms kilometers mee moeten lopen voordat ze op school zijn. Diepe respect heb ik voor hen. We gaan terug naar de fabriek en vertellen elkaar hoe we onder de indruk zijn. Kritt had kippenvel en ik moest moeite doen mijn tranen te bedwingen. Zo dicht bij huis en zo'n verschil, en toch zo'n blije gezichten.
 
     
  We praten na tijdens het ontbijt (9.45 uur). Kritt gaat werken en ik ga naar de keuken om foto's te maken van het koken, opscheppen en de kantine. Nog even naar Hans zijn werk kijken. Hier zijn enkele onderaannemers op bezoek om te kijken hoe hun uitzendkrachten werken. Ze willen op de foto met Hans en met mij. Dat kan. Ze zijn dolgelukkig. Ze vragen wat ik van Ghana vind en ik vertel ze van mijn avontuur. Hans zegt later dat een van deze mannen bijna moest huilen toen hij hoorde van de uniformen en mijn belevingen.
 
Terug naar huis. Even de Regt, het verzorgingshuis in Beek en Donk waar ik werk, gebeld om te vragen of het goed is dat ik nog een paar dagen langer blijf. Geen probleem gelukkig, ik zou het weekend moeten werken maar alles wordt geregeld en ik kan gerust mijn ‘missie’ afmaken. Wat heb ik toch fijne collega’s!!! Ik schrijf dit totdat we gaan eten om 12.00 uur. Na het eten gaat Hans nog even werken en ik ga alvast inpakken, want voor mij is het tijd om na nog een weekend in Accra te zijn, zondagavond naar huis te vliegen, Kritt trouwens ook, maar hij gaat met een ander vliegtuig dan ik, dus we moeten allebei alleen naar huis terug.
Maar eerst is het die avond nog tijd voor het beloofde feest voor de harde werkers van Hans. Alles is klaar en iedereen mag al een uurtje eerder naar huis om zich op te frissen voor het feest bij Aylo’s Bay. Wij gaan er ook heen en zijn er op tijd. We zijn niet de eerste, er zijn al mensen, alleen we herkennen ze niet. Het blijken wel de harde werkers van Hans te zijn want ze herkennen ons wel. Ze zien er heel anders uit in hun goede kleren, zonder werk kleding, en gewassen. We moeten er om lachen. Als iedereen er is wordt er besteld. Iedereen kan kiezen rijst met kip of met vis, en drinken natuurlijk. De meeste bestellen een pilsje, een flesje Star bier. Ze genieten nu al, hebben ze alleen nog maar besteld. Dan komen er enkele djembees voor de dag en beginnen ze muziek te maken en te zingen, klappen en dansen. Het klinkt ontzettend gezellig en voorzichtig doen wij ook mee, dat vinden ze leuk. Er word gezongen totdat het eten komt. Dan is het stil, iedereen eet. Als het eten op is kijken we op de borden, die van hen zijn helemaal leeg. Ook van diegene die kip hadden, alles op, de botjes en al… Op onze borden ligt nog wat, wij kunnen niet alles op, we schamen ons een beetje, maar het is zo. Er word weer muziek gemaakt en iedereen is vrolijk. Dan gaan wij ook hen iets uit Nederland leren. De polonaise, ze doen allemaal mee en hebben de grootste lol, wij ook. De avond is rond 21.00 uur afgelopen. Zachtjes aan is iedereen dan naar huis gegaan. Vol gegeten en sommige, te veel alcohol gehad. Ze hebben allemaal genoten!!! Wij rekenen af, in het totaal was het voor allemaal samen iets van 150 euro, nou daar kun je bij ons niet veel van doen met 20 a 30 man. Dan gaan ook wij terug naar het guest house en buurten er nog even na en gaan slapen. Morgenvroeg weer vroeg op om richting Accra te gaan.
 
Zaterdag 6 maart 2004 - luxe in Accra en terug naar Nederland
 


Vanmorgen op tijd opgestaan. Vandaag is het afscheid nemen van iedereen hier, tenminste voor mij en Kritt, want wij gaan morgen naar huis. Het afscheid valt niet mee we zijn best wel aan de mensen en de omgeving gaan wennen. Dan komt Jonas ons halen en vertrekken we naar Accra. Het is een lange weg. In Accra aangekomen gaan we naar het hotel, het Golden Tulip hotel, mooi! Het ziet er prachtig uit. Wat een contrast met de werkelijke wereld hier van de meerderheid van de bevolking. Ik probeer er van te genieten en dat lukt ook wel. We drinken samen wat, eten heerlijke soep en dan bestelt Lodewijk iets voor mij, hij zal ij wel eens iets lekkers laten drinken. Ja hoor, het is gelukt, een lekkere cocktail, van lekker lokaal vers fruit, heerlijk, ik geniet ervan. We gaan daarna naar de art-market, een hele grote markt waar veel mensen hun markt kraampje hebben om hun eigen gemaakte spullen te verkopen. We kopen wat van hout, djembees en een mooi motorfietsje gemaakt van ijzer en een van een oude spuitbus gemaakt, het ziet er mooi uit en is leuk om thuis te geven als souvenir. Het is hier wel opletten geblazen, iedereen wil jou mee hebben naar zijn of haar kraampje om dan wat te verkopen. We maken onze keuzes en gaan met enkele mooie dingen naar het hotel terug. We zwemmen nog even, eten lekker en gaan naar bed, slapen in een heerlijk bed op een mooie kamer. De volgende dag is het langzaam aan werken om naar huis te gaan. We zwemmen en liggen aan het zwembad in een lekker warm zonnetje. Ik probeer te genieten maar dat valt niet mee, ten eerste omdat het hier allemaal zo luxe is en hier buiten niet maar ook omdat ik vanavond naar huis zal vliegen en Hans hier mag blijven. Van de andere kant vind ik het ook wel weer fijn om naar de kinderen te gaan en te vertellen wat ik allemaal meemaakte. Langzaam aan wordt het avond en om 22.00 uur vlieg ik aan naar Amsterdam, Kritt vliegt ook die tijd aan maar naar Engeland, een ander vliegtuig dus, allebei de zelfde tijd naar huis maar toch alleen.
De reis verloopt spoedig, om 6.00 uur landen we op Schiphol. Hier moet ik nu tot een uur of elf zitten wachten op mijn vliegtuig naar Eindhoven. Die tijd gebruik ik maar om mijn verhaal bij te schrijven. Rond 12 uur kom ik aan in Eindhoven waar ik opgehaald word door Paul en Suzanne. Toch blij dat ik er weer ben, ik zit vol verhaal en heb veel te vertellen. Maar goed dat ik het allemaal heb opgeschreven dan kan ik het zelf ook nog eens nalezen.

Het was een hele beleving die nog grote gevolgen zal gaan hebben…